Resource information
Het blok Luddeweer-Overschild bestaat grotendeels uit holocene afzettingen. Oudere afzettingen uit het Pleistoceen (dekzand) komen plaatselijk binnen 120 cm - mv. voor. De afzettingen uit het Holoceen bestaan uit veen en zeeklei. Binnen de zeekleigronden zijn poldervaaggronden, drechtvaaggronden, leekeerdgronden en liedeerdgronden onderscheiden. De moerige gronden zijn onderverdeeld in broekeerdgronden en plaseerdgronden. Binnen de veengronden zijn koopveengronden, weideveengronden en waardveengronden onderscheiden. In het blok Luddeweer-Overschild zijn 5 grondwatertrappen onderscheiden. In het algemeen is het gebied goed ontwaterd. Er komen veel gronden voor met een GHG tussen 25 en 40 cm - mv. en met een GLG tussen 80 en 120 cm - mv. (IIIb). Gronden met een diepere GHG en GLG komen voornamelijk voor op de hooggelegen kreekruggen. Tijdens het veldwerk is het Actueel Hoogtebestand van Nederland (AHN-bestand) gebruikt als hulpinformatie. Hierdoor is het mogelijk het aantal beschreven boringen te verminderen zonder noemenswaardig kwaliteitsverlies. De resultaten van het veldbodemkundig onderzoek zijn weergegeven op een bodem- en grondwatertrappenkaart (schaal 1 : 10 000). Voorts zijn de verzamelde bodemkundige en hydrologische gegevens (boorgegevens en vlakgegevens) opgeslagen in digitale bestanden. De resultaten van het onderzoek zijn gebruikt voor het vaststellen van de ruilwaarde van de gronden. Met behulp van de semi-geautomatiseerde bodemgeschiktheidsapplicatie 'BODEGA' was het mogelijk de bodem- en grondwatertrappenkaart te vertalen naar een gebiedsdekkende schattingskaart.