Location
6700 HB Wageningen
Wageningen University & Research is a collaboration between Wageningen University and the Wageningen Research foundation.
That is the mission of Wageningen University & Research. A staff of 6,500 and 10,000 students from over 100 countries work everywhere around the world in the domain of healthy food and living environment for governments and the business community-at-large.
The strength of Wageningen University & Research lies in its ability to join the forces of specialised research institutes and the university. It also lies in the combined efforts of the various fields of natural and social sciences. This union of expertise leads to scientific breakthroughs that can quickly be put into practice and be incorporated into education. This is the Wageningen Approach.
The scientific quality of Wageningen University & Research is affirmed by the prominent position we occupy in international rankings and citation indexes.
The domain of Wageningen University & Research consists of three related core areas:
- Food and food production
- Living environment
- Health, lifestyle and livelihood
Wageningen University & Research has branches all over The Netherlands and abroad. A large number of lecturers, researchers and other employees are based at Wageningen Campus.
Members:
Resources
Displaying 96 - 100 of 210Ruimtegebruik op de Noordzee en de trends tot 2040 : achtergronddocument bij Natuurverkenning 2011
Dit achtergronddocument bevat een verkenning van het toekomstig ruimtegebruik op de Noordzee (Nederlands Continentaal Plat, NCP). Hierbij wordt gebruik gemaakt van een hoog resp. een laag economisch groeiscenario: ‘Global Economy’ (GE) en ‘Regional Communities’ (RC), omgevingsscenario’s die ook voor de Natuurverkenning 2011 worden gebruikt. De specifieke zeegebonden functies (scheepvaart, visserij, offshore energiewinning) komen in die twee scenario’s echter nauwelijks aan de orde. Dit achtergronddocument beoogt dit gat zoveel mogelijk te vullen.
Klimaatadaptatie in het landelijk gebied. Verkenning naar wegen voor een klimaatbestendig Nederland
Klimaatverandering werkt via hogere temperaturen, veranderingen in neerslagpatronen, veranderingen in frequentie en intensiteit van weersextremen en zeespiegelstijging door op het functioneren van het landgebruik en het watersysteem in het landelijk gebied. De doorwerking van de hierboven genoemde klimaateffecten is complex en verschilt tussen gebieden en verschillende vormen van landgebruik. Klimaatverandering bedreigt sommige functies maar biedt ook nieuwe kansen. Om deze kansen te benutten en de bedreigingen het hoofd te bieden is klimaatadaptatie nodig.
Zutphens verscholen havengebied : participatieve planontwikkeling voor de Marsuiterwaarden, een groenblauwe oase in de stad
Bedrijventerrein De Mars van Zutphen ondergaat momenteel een revitaliseringsoperatie. Ook zijn er ideeën om de boulevard vanaf het oude Zutphense IJsselfront langs de uiterwaarden grenzend aan De Mars door te trekken en is er een woonwijk gepland rond de nieuw aan te leggen Noorderhaven. Allemaal ontwikkelingen die hun weerslag zullen hebben op de Marsuiterwaarden, een natuur- en watersportgebied dat erg geliefd is bij zijn huidige gebruikers. Deze aangrenzende uiterwaarden maken echter maar heel beperkt deel uit van deze plannen.
Weidevogelcompensatie in Fryslân: achtergronden en uitwerking
Weidevogels spelen een belangrijke rol in het ruimtelijk beleid van de provincie Friesland, ook al zijn weidevogelgebieden (buiten de EHS en buiten eigendom van een natuurorganisatie) niet planologisch beschermd. In het streekplan van de provincie is namelijk bepaald dat weidevogelwaarden in de afweging van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen als zelfstandig belang moeten worden betrokken. Een weidevogelcompensatie is aan de orde bij ruimtelijke ingrepen en is nader uitgewerkt in het Werkplan Weidevogels (2007-2013).
50 Jaar onderwijs in de Wageningse Cultuurtechniek volgen en verzorgen : een persoonlijke terugblik vanaf 1963 op ontwikkelingen rond opleiding en afdeling: "cultuurtechniek" en wat daarna kwam
In zijn afscheidscollege stelt Jaarsma drie aspecten aan de orde, zoals hij die zelf, eerst als student en vanaf 1970 als docent heeft ervaren: de opeenvolgende onderwijs-programma’s voor de opleiding Cultuurtechniek – Landinrichtingswetenschappen – Landschapsarchitectuur & Ruimtelijke Planning aan de Landbouwhogeschool, de Landbouwuniversiteit en Wageningen Universiteit; het onderwijs rond verkeer, vervoer en infrastructuur in die jaren en de relatie tussen onderwijs en onderzoek daarbij, en de rol van afstudeervakken (scripties) en projecten derde geldstroom; en het andere onderwijs i